De andere verhalen van Jan Boonstra:
Donghae-Pusan
Een rothond
Monsterrit door België en Nederland
Dunmarra
Trondheim-Oslo
Onyang
Het bergpaadje
Revanche
Van Inchon naar Pusan
Brandenburg
Oost Thailand
Water
De eerste dag in Japan
Door Denemarken
Voor het eerst in Korea
In de regen
De rivier door
Over de Oodnadatta Track.
Met de fiets op de trein
Het nachtleven van een toerfietser.
|
Monsterrit door België en Nederland
Een verhaal van © Jan Boonstra..
Om 11 uur 's avonds reed de trein Maastricht binnen en zocht
ik mijn fiets op in het bagagecompartiment. Alles werd gecontroleerd:
verlichting, bandenspanning, fietscomputer op nul,
eten en snoepgoed binnen handbereik. De trein kwam aan het
eind van zijn reis en mijn reis begon: een nachtelijke fietstocht
door België en daarna langs de Nederlandse kust tot
Haarlem en dan naar mijn eindoel Beets, bij Hoorn. 430
kilometer. Het was geen georganiseerde toertocht, ik had hem
zelf uitgestippeld en ik reed hem in m'n eentje.
De weersverwachting was goed: droog, zuidwestenwind en 's
nachts niet kouder dan 12 graden. Vol goede moed, maar toch
een tikkeltje nerveus voor zo'n grote tocht reed ik de eerste
kilometers door de nauwe straatjes van Maastricht. Zo laat op
de avond waren er nog veel mensen op straat en op de terrasjes
op het Vrijthof was het nog gezellig druk. Maar ik kwam om te
fietsen en trapte stevig door, de grens over, naar Tongeren.
Het werd stil en donker en de wind ging liggen. De nacht sloot
zich om mij heen.
In de uren daarna passeerde in St. Truiden, Tienen en Leuven.
Hoewel ik toch redelijk goed getraind had, vielen de eerste 80
kilometers me tegen. Ik kon de gemiddelde snelheid nauwelijks
op 22 km/h handhaven en ik kreeg warempel zadelpijn, waar ik
anders nooit last van heb. Om vier uur reed ik Brussel binnen
en volgde richting Centrum. Eenmaal bij de Grote markt zocht
ik richtingborden om Brussel weer uit te komen, maar die waren
er niet. Ik vertrouwde op mijn richtinggevoel en die leidde
mij door een straat, tegen het eenrichtingverkeer in. Ik dacht
dat dat wel kon, midden in de nacht, zonder verkeer, maar de
Belgische politie vond van niet. Het vergrijp was niet zo
groot, zodat de agenten mij met een waarschuwing lieten gaan.
Maar gauw vroeg ik hen nog even de juiste weg. Het waren
aardige agenten, want ze hebben toen tot de rand van de stad
in hun politieauto voor me uit gereden om me de weg te wijzen!
Eenmaal Brussel voorbij reed ik weer in donker en stil België
De vermoeidheid ging niet over. En ik begon mij hoe langer hoe
meer te ergeren aan het gebonk over de slechte betonwegen in
dit land. M'n gemiddelde daalde naar 21 km/h (tijdens stops
laat ik de computer doorlopen). Aan de horizon in de ochtendschemering
doemde de skyline van Gent op. Gelukkig zijn in
België veel cafees vroeg open en om 7 uur zat ik in Gent aan
de koffie met ovenvers gebak te genieten van een flinke rustpauze.
Dat deed wonderen. Terwijl forensers zich massaal naar
Gent begaven reed ik in een pittig tempo de stad weer uit in
noordwestelijke richting. Ik kreeg nog een stortbui te verduren
en de wind (zuidwest) stak op. De vermoeidheid was weg en
in een ruk ben ik doorgestoomd naar Breskens met een snelheid
van zo'n 28 km/h.
Het was kwart voor tien toen ik met de veerpont aankwam in
Vlissingen en ik had er nu 213 kilometer op zitten. Het weer
was schitterend. Het was windstil, de zon scheen en een temperatuur
van 16 graden was niet slecht voor de maand april. Na de
stormvloedkering kwam er een pittige noordwestenwind, die tot
ver in de middag bleef. De zon bleef schijnen, het was kraakhelder
en ik genoot van de fraaie vergezichten vanaf Zeeland's
dammen en dijken. Tot Maassluis heb ik de lange afstand fietsroute
no. LF1b gevolgd (de Noordzee-route, die goed wordt
aangegeven). Met een fiks tegenwindje reed ik langs de Nieuwe
Waterweg naar Hoek van Holland. Daar pikte ik de LF1b weer op,
die ik tot Bloemendaal heb gevolgd. Alleen in Scheveningen
raakte ik het spoor even kwijt. Deze fietsroute volgt een
schitterend tracee door duinen en bossen. Het is alleen jammer
dat het wegdek over grote gedeelten tamelijk slecht is. Er
zitten kilometers lange stukken in met klinkerbestrating met
veel kuilen en hobbels. ook gedeeltes met betonplaten komen
voor en het gebonk begon mij de keel uit te hangen. Ik vond
dat ik daar in België al genoeg mee was geplaagd.
Maar: de omgeving was mooi, het weer was mooi en met een
tempo van 24 km/h had ik het nog steeds best naar mijn zin.
Na Katwijk nam ik nog een koffie met appeltaart tijdens de laatste
rustpauze, met 350 kilometer op de teller. De wind draaide
toen naar zuidwest. De laatste 80 kilometer gingen dus lekker
voor de wind. Boven Zandvoort verliet ik de kust en tegen half
zeven passeerde ik Haarlem. De pont bij Buitenhuizen zorgde
voor een kwartiertje oponthoud, maar dat vond ik niet erg
omdat ik de kilometers inmiddels flink in de benen voelde
zitten. Zaanstad en Purmerend werden gepasserd en de laatste
kilometers legde ik moe maar voldaan in een rustig tempo af.
Om 8 uur was ik er, 21 uur na de start in Maastricht en 430
kilometer fietservaring rijker.
|